1. De blootstelling aan oplosmiddelen is afhankelijk o.a.van de volgende factoren: * soort en samenstelling van
het product waar de middelen in verwerkt zijn * de behandelingsmethode * de arbeidsomstandigheden(temperatuur,
ventilatie enz) * persoonlijke beschermingsmiddelen * persoonlijke hygiene 2. De acute
verschijnselen van oplosmiddelen zijn : * een dronken gevoel, duizeligheid, coördinatie stoornissen
* hoofdpijn, onwel voelen, gebrek aan eetlust * misselijkheid, braken * hartkloppingen, aanvallen
van transpireren * pathologische diepe slaap naarmate de blootstelling afneemt of wordt gestaakt,
verdwijnen in eerste instantie de klachten langzaam 3. De effecten van kortdurende blootstelling aan zowel
hoge als lage concentraties oplosmiddelen zijn: - irritatie van huid en slijmvliezen - bedwelmingsverschijnselen
- effecten op gedrag of er blijvende schade ontstaat hangt mede af van het aantal keren en over welke
periode men is blootgesteld. 4. GEVAREN Hersenen: Bij acute vergiftiging kunnen de hersenen verdoofd raken,
bij chronische vergiftiging kan blijvende hersenschade optreden. Ogen: Oplosmiddelen werken acuut irriterend op de
slijmvliezen van de ogen, die rood worden. Bij langere blootstelling kan het hoornvlies beschadigd raken waardoor het zien
onscherp kan worden (grauwe staar). Neus: Acute irritatie. Uitdroging van de slijmvliezen bij langdurige blootstelling
hierdoor kan de reuk veranderen of verminderen. Mondholte: De slijmvliezen van de mondholte kunnen droog worden,
de tong kan geel uitslaan smaakveranderingen kunnen optreden en de adem kan onaangenaam worden. Luchtpijp en longen:
De irritatie van de slijmvliezen kan hoest veroorzaken. Die hoest kan eventueel chronisch worden Hart: Sommige chloorhoudende
oplosmiddelen kunnen hartritmestoornissen veroorzaken. Maag: Bij acute vergiftiging door inademing van oplosmiddeldampen
kunnen delen van de hersenen die de maag besturenontregeld raken. Daardoor kunnen maagstoornissen ontstaan(misselijkheid braken
geen eetlust). Lever: Sommige oplosmiddelen kunnen acute beschadiging van de lever veroorzaken. Ook chronische ziekten
kunnen optreden. Nieren: Bij blootstelling aan zeer hoge concentraties kan acuut nierweefsel afsterven, waardoor
uitscheiding van urine verminderd kan zijn. Dit kan levensbedreigend zijn. Bij langdurige blootstelling aan hoge concentraties
kan waarschijnlijk chronische nierontsteking optreden. Huid: Oplosmiddelen lossen de vetlaag van de huid op, wat
tot eczeem en kloven kan leiden. Ei en zaadcellen en de ongeboren vrucht: Het is niet uitgesloten dat oplosmiddelen
een schadelijke werking uitoefenen op zowel de ei als de zaadcellen. Onvruchtbaarheid kan hier het gevolg van zijn. Er kunnen
veranderingen in erfelijke eigenschappen optreden met als mogelijk gevolg: misvormingen, een te laag geboortegewicht of ziekte
bij de baby. Oplosmiddelen kunnen vermoedelijk tot menstruatiestoornissen leiden. Zenuwen: De zenuwuitlopers kunnen
beschadigd worden door oplosmiddelen. Hierdoor vermindert het gevoel en/of de spierkracht in de benen en later ook de armen.
Beenmerg en bloed: Het oplosmiddel benzeen kan nadelig werken op de vorming van bloedlichaampjes door het beenmerg
hierdoor kan bloedarmoede en leukemie(bloedkanker) ontstaan.
|